Urine-incontinentie is het ongewild verlies van urine dat storend is.
Er zijn verschillende vormen van urineverlies
De mogelijkheid om urine op te houden en daarna te kunnen plassen vereist een serie complexe gebeurtenissen waarbij de hersenen, de blaas, de plasbuis, de bekkenbodem alsmede de zenuwen van de bekkenbodem allen een rol spelen. Wanneer urine wordt geproduceerd en de blaas vult zal de blaas ontspannen om zodoende urine op te kunnen slaan. Op het moment dat de blaas gevuld is zal er een aandrang komen om te plassen en de hersenen zullen op een geschikt moment een signaal sturen waardoor de sluitspier ontspant en de blaas samentrekt. De blaas en de plasbuis worden ondersteund door de bekkenbodem. Deze bekkenbodem trekt samen tijdens hoesten, niezen en lichamelijke inspanning om ongewild verlies van urine te voorkomen. Zwakte van de bekkenbodemspieren en/of beschadiging kan aanleiding geven tot ongewild urineverlies. Bovendien zorgt het ontbreken van hormonen na de menopauze voor drogere slijmvliezen en weefsels en dus voor een bijkomende fragiliteit.
We zullen vragen stellen over de activiteiten die urineverlies veroorzaken en zullen onderzoeken of er nog andere factoren meespelen, zoals een verzakking. Vrouwen met stressincontinentie kunnen ook klachten hebben van incontinentie voorafgegaan door onhoudbare aandrang (urgency-incontinentie), of incontinentie voor ontlasting. Deel deze klachten mee aan uw dokter.
Er bestaan verschillende manieren om stress-incontinentie te behandelen. In eerste instantie is de behandeling meestal gericht op de versteviging van de bekkenbodem. Daarvoor wordt u doorverwezen naar een kinesist die oefentherapie of elektrostimulatie verricht. Als deze zogenaamde ‘conservatieve’ therapieën niet helpen, kan een operatie nodig zijn. Wanneer een blaas- of baarmoederverzakking een rol speelt in het incontinentieprobleem, dan kan het nodig zijn om ook daar operatief iets aan te doen.
Wanneer de bekkenbodemrevalidatie niet de gewenste resultaten oplevert of als de incontinentie te sterk is, is een heelkundige ingreep een van de meest doeltreffende middelen om inspanningsgebonden urineverlies op te lossen.
Het doel van een operatie is om de zwakte van het ophangsysteem van de plasbuis te corrigeren. Voor 1993 bestond de eerste keuze operatie voor stressincontinentie uit een ingreep via de buik. De meest toegepaste methode is nu de plaatsing van een bandje onder het middengedeelte van de plasbuis. Het bandje geeft steun aan de plasbuis wanneer er gehoest, geniest of geperst wordt. Na een kleine incisie in de vaginavoorwand kan het bandje worden ingebracht op verschillende manieren:
Ter hoogte van de voorste vaginale wand wordt een kleine incisie van 2cm gemaakt. Na de operatie wordt een blaaskatheter en/of tampon geplaatst. De interventie duurt 20 tot 30 minuten.
De ingreep kan plaatsvinden onder plaatselijke verdoving, spinale anesthesie (waarbij enkel de benen verdoofd zijn) of algemene verdoving. De keuze wordt bepaald op basis van uw persoonlijke voorgeschiedenis en rekening houdend met uw mening. Wanneer er een urineweginfectie aanwezig is, kan uw operatie worden uitgesteld.
De procedure is meestal pijnloos. Tijdelijk kan er gedurende een aantal weken pijn ter hoogte van de liezen aanwezig zijn. Indien nodig worden pijnstillers intraveneus of oraal toegediend. De blaaskatheter en/of vaginale wiek worden na een paar uur (2-24 uur) verwijderd, in overleg met uw chirurg. De opname in het ziekenhuis duurt meestal een paar uur tot 24 uur. Vaginale afscheiding is mogelijk gedurende een paar dagen.
De hersteltijd bedraagt gemiddeld twee weken, afhankelijk van uw beroep. Na uw vertrek uit het ziekenhuis kan u uw normale activiteiten hernemen. U moet wel zware inspanningen en het heffen van gewichten vermijden gedurende een periode van zes weken. Overgewicht en obesitas kunnen een invloed hebben op het succes van de interventie. U neemt best geen bad gedurende 1 maand, maar douches zijn toegestaan direct na de operatie. Gedurende vier weken moet u zich onthouden van seksuele activiteit en sport. We leggen een controle-afspraak vast enkele weken na de ingreep. In geval van hardnekkig branden bij het urineren, verandering van urinegeur, ‘hoge’ koorts boven 38°C, bloeden, pijn of als u moeite heeft met plassen, dient u de arts te verwittigen.
Deze techniek wordt sedert 1995 uitgevoerd en is de standaardinterventie bij uitstek bij vrouwen met stress-incontinentie. Al bij meer dan een miljoen vrouwen wereldwijd werd deze operatie uitgevoerd met een succespercentage van meer dan 90%. Zoals met elke procedure kunnen zich evenwel bepaalde complicaties voordoen.
Tijdens de operatie
Alle recente technieken voor het passeren van het bandje zijn zeer veilig en complicaties tijdens de operatie zijn dan ook zeer zeldzaam. Perforatie van de blaas of plasbuis kan de chirurg tijdens de operatie vaststellen door middel van een cystoscopie. Een dergelijke perforatie is meestal onschuldig als ze tijdig wordt opgemerkt. In dat geval moet de blaaskatheter een paar dagen langer blijven zitten om genezing mogelijk te maken.
Ernstige complicaties
Bij het plaatsen van de sub-urethrale sling kan er een darmperforatie, vasculaire schade of zenuwschade optreden. Dat komt in minder dan 1% van de gevallen voor. Elke interventie, hoe klein ook, houdt risico’s in die onvoorspelbaar en uitzonderlijk zijn, zoals een longembolie, hartaanval, diepe veneuze trombose, anafylactische shock op allergie,…
Infectie: een infectie van de urinewegen kan enkele dagen na de operatie optreden. Die kan veroorzaakt worden door de plaatsing van een sonde tijdens de chirurgische ingreep. Enkele dagen antibiotica brengen snel genezing. Het risico op infectie door het bandje is uitzonderlijk aangezien het bandje goed getolereerd en geïntegreerd wordt in het lichaam.
Moeite met plassen: meteen na de operatie verloopt het plassen vaak met een mindere straal. Soms wordt het leegmaken van de blaas hierdoor bemoeilijkt en wordt beslist om de blaassonde enkele dagen langer te houden, tot de plasbuis wat ontzwollen is. Wanneer die problemen blijven bestaan, zal uw chirurg overgaan tot een tweede operatie en wordt het bandje doorgesneden;
Frequent en dringend plassen: dit verdwijnt meestal enkele dagen of weken na de operatie. Als dit aanhoudt, neem dan contact op met uw arts;
Seksualiteit: na ongeveer één maand is de vaginale incisie genezen en kan u uw seksuele activiteiten hernemen zoals voorheen. Uitzonderlijk is het mogelijk dat u of uw partner het bandje in de vagina voelen;
Pijn: de ingreep vereist geen grote incisies of traumatische acties. De pijn is meestal gering en beperkt tot een paar dagen na de operatie. Zeldzaam kan pijn ter hoogte van het verloop van het bandje aanwezig blijven;
Problemen van genezing: Verwittig uw arts indien abnormale vaginale afscheiding aanhoudt;
Erosie en afstoting van het bandje: de gebruikte materialen worden over het algemeen goed verdragen, maar het blijft wel een vreemd voorwerp in uw lichaam. Erosie van de plasbuis of de voorste vaginawand is zeldzaam maar mogelijk.
Regelmatige controle is noodzakelijk. Neem eenmaal per jaar contact op met uw arts of zodra er zich afwijkingen voordoen, zoals frequente plasdrang, moeite met plassen, herhaalde urineweginfecties en abnormale vaginale afscheiding. Uw uroloog is steeds beschikbaar om u meer informatie te verstrekken.
Heeft u nog vragen of bemerkingen in verband met deze onderwerp?
Aarzel dan niet om uw arts te contacteren.
Heelkunde (route 51) 057 35 72 00, secheelkunde@yperman.net.
Behandelingen Urologie