Hieronder vindt u meer informatie over galstenen en galblaaslijden (Laparoscopische cholecystectomie) en de behandeling ervan, en poogt op een aantal veel gestelde vragen reeds een antwoord te geven.
Mocht U echter na het lezen hiervan nog vragen hebben, aarzel dan niet om ze te stellen. Uw behandelend geneesheer en/of de verpleegkundigen zijn steeds bereid u bijkomende uitleg te geven en antwoorden te geven op uw vragen.
De galblaas bevindt zich als een klein zakje aan de onderzijde van de lever. De lever zelf is gelegen rechts boven in de buik, onder het ribbenrooster.
Gal is een vloeistof die door de lever wordt geproduceerd en is belangrijk voor de vertering van het voedsel, voornamelijk in de vertering van vetten, in de darm. Gal wordt, tussen de maaltijden in, opgeslagen in de galblaas.
Zodra er eten in de darm komt, trekt de galblaas samen en wordt een 100 cc gal naar de dunne darm afgegeven. Als de galblaas tijdens een operatie wordt verwijderd (cholecystectomie), gaat de gal rechtstreeks via de hoofdgalweg naar de dunne darm. Deze hoofdgalweg wordt dan iets breder en neemt die reservoir functie over.
Galstenen ontstaan bijna steeds in de galblaas. Het is niet altijd geheel duidelijk hoe deze galstenen ontstaan, maar bij een onevenwicht tussen het cholesterolgehalte en het galpigment kunnen er kristalletjes worden gevormd die verder kunnen aangroeien tot echte galstenen, met grote variatie in formaat.
Afhankelijk van de samenstelling van de galstenen, kunnen we spreken van cholesterolstenen, gemengde stenen of pigment stenen. Op oudere leeftijd heeft een groot deel van de mensen galstenen, maar niet iedereen heeft er last van .
Galstenen komen met name vooral voor bij vrouwen, boven de 40 jaar en meer in geval van blond haar. Ook mensen met een overgewicht hebben meer kans op galstenen (cholelithiase).
Ook na een gewichtsafname (bvb na een zwangerschap of zwaarlijvigheidsoperatie) zien we ook deze problematiek ontstaan.
De meesten mensen met galstenen blijven gelukkig klachtenvrij.
Als er toch klachten ontstaan, is dit meestal een pijn in de rechter bovenbuik. Deze pijn is vaak krampend, en kan uitstralen naar de rug of tussen de schouderbladen, of bandvormig in de bovenbuik blijven.
Een abdominale koliekpijn komt meestal voor in golven op- en afgaande, en kan typisch leiden tot bewegingsdrang. De patiënt geeft dan meestal aan geen goede houding te vinden om de last te verminderen
De pijn ontstaat vaak na het eten van wat vetrijk voedsel (boter, kaas, chocolade, roomsaus,…)
Vaak is er ook misselijkheid of effectief noodzaak tot overgeven.
Hierbij spreken we van symptomatische cholelithiase.
1. 1. Acute cholecystitis
In sommige gevallen kan de pijn gedurende een aantal uren aanhouden en kan er koorts ontstaan.
In dit geval is de galblaas ontstoken en spreekt men van een acute cholecystitis.
Indien dit het geval is, dient u zich, via de huisarts, via de spoedgevallen aan te melden voor bijkomende onderzoeken (bloedafname/echografie).
Als de klachten minder als 72 u bezig zijn, zal de galblaas dringend verwijderd moeten worden. We noemen dit een cholecystectomie’ à chaud’
Als de klachten echter langer als 72 u bezig zijn, of het moment van aanvang niet duidelijk te bepalen valt, zal er geopteerd worden om eerst de galblaasontsteking te laten afkoelen middels antibiotica en in tweede tijd de galblaas te verwijderen, een cholecystectomie ‘à froid’. Meestal wordt dan een 6-8 w gewacht vooraleer naar de operatie over te gaan.
2. 2. Choledocholithiase (stenen in de hoofdgalwegen)
Bij sommige patiënten blijvende stenen echter niet in de galblaas zitten maar migreren ze naar de afvoerende galwegen.
Hier kunnen ze dan een blokkage in de afvoer veroorzaken.
Men presenteert zich dan met dezelfde pijnen maar er ontstaat ook icterus (geelzucht) doordat het bilirubine niet meer afgevoerd kan worden en er een stapeling hiervan ontstaat in het bloed (gestoorde levertesten).
Hier bij zijn vaak klachten van donkere urine en ontkleurde stoelgang (stopverf)
Indien zich dit voordoet zal er een bijkomende MRI onderzoek noodzakelijk zijn.
Indien er een bevestiging is van een obstructieve lithiasen, zullen deze via een ERCP onderzoek worden verwijderd en nadien dient een cholecystectomie te worden verricht.
Soms worden deze steentjes in de galwegen ook tijdens de cholecystectomie ontdekt en in 1 tijd verwijderd.
3. 3. Acute pancreatitis
Wanneer de steen uit de galblaas migreert, kan ze ook vast komen te zitten aan de uitgang van het galkanaal waardoor ook de afvoergang van de alvleesklier geblokkeerd raakt.
Hierdoor ontstaat een pancreatitis (ontsteking van de alvleesklier) wat kan leiden tot een mogelijk levensbedreigende situatie.
Tevens kan er ook een ontsteking van de galwegen ontstaan (cholangitis)
Als u last heeft van symptomatische galstenen of de galblaas is ontstoken, dan wordt best de hele galblaas weggenomen. Dit noemen we de cholecystectomie.
Laparoscopische Cholecystectomie
De operatie gebeurt onder volledige verdoving (=narcose). De buik wordt in eerste instantie opgeblazen dmv een naald om ruimte te creëren. Bij deze minimaal invasieve operatie worden een 3-4 kleine sneetjes in de buik gemaakt.
Door deze werkopeningen gaan de camera en de werkinstrumenten naar binnen. Met behulp van deze instrumenten wordt de galblaas losgemaakt van de lever en de hoofdgalweg.
De galblaas wordt op het einde via de navel naar buiten gebracht. Soms wordt een plastic slangetje (drain) geplaatst om wondvocht af te laten lopen. Op het einde van de ingreep worden de gaatjes gehecht, meestal met zelfoplosbare hechtingen.
Een kijkoperatie heeft als voordeel dat er kleine, sneetjes worden gemaakt zodat er na de operatie minder pijn is en de activiteiten sneller hernomen kunnen worden.
In sommige gevallen, lukt het echter niet om de galblaas met een kijkoperatie te verwijderen. Bijvoorbeeld na vroegere uitgebreide heelkunde met vergroeiingen, bij zeer ernstige ontsteking of onduidelijkheid over de anatomische structuren. In deze gevallen wordt een klassieke incisie gemaakt onder de rechter ribbenboog of op de middellijn. Deze is meestal 15-20 cm lang. Omdat u dan een grotere wonde hebt, duurt het herstel ook langer.
Wat brengt u mee bij uw opname
Aanmelding
Opname op de afdeling heelkunde C3 / Lounge
Verloop in het ok
Verblijf op de kamer
De eerste dagen na de operatie zijn de wondjes nog wat gevoelig. Hiervoor dient u dan voldoende pijnstilling te nemen. Paracetamol (bvb Dafalgan) mag steeds genomen worden. De normale dosage hiervan is 4 x 1 g / d. Indien dit onvoldoende pijnstilling geeft, kan evt een NSAID (bvb ibuprofen, voltaren, diclofenac,..) worden ingenomen. Indien u een voorgeschiedenis heeft van maagzweren, maagbloeding, maagverkleining of gekende allergie, is dit niet aangewezen
U kan ook nog een paar dagen een gevoelige schouder hebben. Dit komt door het gas (CO2) waarmee de buik tijdens de operatie werd opgeblazen, uw middenrif nog prikkelt. Deze pijn trekt vanzelf weg.
De operatiewondjes zijn gehecht met hechtingsdraad / steristrips.
Een douche nemen is steeds mogelijk, middels waterafstotend verband. Een bad nemen wordt vermeden tot u bij uw specialist op controle kwam.
U hoeft geen speciaal dieet te volgen na de galblaasoperatie. Echter met grote hoeveelheden vet dient u nog op te letten. Test zelf wat u kan verdragen. Na een tijdje kan u in principe weer normaal eten.
De eerste periode na de operatie bent u best een beetje voorzichtig met bewegen. Zwaar lichamelijk werk mag pas na 4 weken hervat worden. Onder zware lasten begrijpen we gewichten meer als 10 kg. Normale dagdagelijkse activiteiten zoals wandelen en trappen doen mag zeker en worden aangeraden. Fietsen en sporten worden dan weer afgeraden de eerste 4 weken.
In het begin is het volledig normaal dat u zich nog moe voelt. Dat is echter van persoon tot persoon sterk wisselend.
Het verschilt eveneens van persoon tot persoon en volgens beroep wanneer u weer aan het werk kan.
We raden aan na een paar dagen uw huisarts te zien voor een wondcontrole.
Een controle afspraak wordt u steeds meegegeven bij het ontslag.
Een galblaasoperatie is een frequent uitgevoerde operatie. De kans op complicaties is echter klein.
Heeft u nog vragen of bemerkingen in verband met deze onderwerp?
Aarzel dan niet om uw arts te contacteren.
Heelkunde (route 51) 057 35 72 00, secheelkunde@yperman.net.
Abdominale behandelingen